Column: Uitgegeven


Dit is de laatste column die ik schreef voor Het Kontakt Harderwijk, verschenen op  18-12-2019.

‘Tientallen uitgeverijen in Nederland hebben grote zorgen over de toekomst van lokale media,’ zo was te lezen in één van de lokale kranten. Reden: gemeenten hebben het plan hun inwoners te verplichten met een sticker aan te geven of ze huis-aan-huisbladen dan wel folders in de brievenbus willen. Daarmee wordt een streep gezet door het huidige beleid dat zonder sticker de bus maximaal kleppert: alles wat er aan folder en krantenmateriaal bestaat wordt dan bij je door de bus geduwd, en als stickerloze consument kan ik uit eigen ervaring beamen dat dat veel is. Handig voor bezitters van een kattenbak, of als je visverkoper bent, minder goed voor het milieu. Immers: papierverspilling, en bovendien zit er vaak ook nog een plastiekje om de folderstapel heen. Dat bracht de gedachte om het beleid 180 graden om te draaien: géén sticker is straks géén papier meer in de bus. Om de lokale aanprijzingen én het nieuws te blijven ontvangen moet je straks dus moeite doen, en de kranten vrezen voor deze opgeworpen drempel.


Ik kan het nu wel verklappen – heeft de krant ook eens nieuws dat niet in het (nu nog) concurrerende blaadje staat: ik woon helemaal niet in Harderwijk.


Wel of geen sticker op de brievenbus: deze krant zult u sowieso niet meer ontvangen. Vanaf volgend jaar gaat deze editie van Het Kontakt over naar een andere uitgever – die hier ook al een lokale krant uitgeeft trouwens. Twee kranten op dezelfde mat -als u geen sticker heeft tenminste- met daarin ongeveer hetzelfde nieuws, het was wat veel van het goede. Bovendien kan een adverteerder zijn euro maar één keer uitgeven, waardoor twee titels in dezelfde plaats niet langer houdbaar waren. En dus werd de keuze gemaakt aan uitruil te doen: zij een paar kranten van ons, wij een paar kranten van hen. Daar heeft u alleen niks aan als u niet in de Merwede woont of op de Heuvelrug. Ik ook niet trouwens; ik woon daar evenmin. Daarom is dit mijn laatste column.

Is dat erg? Eerlijk gezegd niet. Ik kan het nu wel verklappen – heeft de krant ook eens nieuws dat niet in het (nu nog) concurrerende blaadje staat: ik woon helemaal niet in Harderwijk. Al anderhalf jaar niet meer. Toen ik dat meldde aan de chef, met daarbij de vraag of hij dat geen bezwaar vond, luidde de reactie dat zolang er inhoudelijk niks veranderde en mijn betrokkenheid met Harderwijk zou blijven blijken in de columns, er niks aan de hand was. Aan u om te oordelen of dat het geval was.

Zo nu en dan kwam ik er nog wel eens, maar ja – zul je altijd zien dat tijdens die 25 minuten op en neer door de winkelstraat wandelen werkelijk niets interessants gebeurde om over te schrijven. Daarbij: zoveel gebeurde er sowieso niet. Niet dat ik wil beweren dat Harderwijk een slaperig provinciestadje is, reuring genoeg, maar: goed nieuws is nu eenmaal geen nieuws.

Dus leg ik zonder bezwaar mijn pen neer, al stemt het ook een tikje weemoedig. Het was mijn laatste link met deze plaats; de band is nu voorgoed doorgesneden. Harderwijk, ik ga je missen.